Beleidsnota warmte en warmteprogramma gemeente Utrecht

In het klimaatakkoord is afgesproken dat de gebouwde omgeving in Nederland uiterlijk in 2050 volledig CO2-vrij is. Hiervoor stelt de gemeente Utrecht een beleidsnota warmte en een warmteprogramma op. Daarin wordt vastgelegd hoe gebouwen de komende 10 jaar aardgasvrij worden. Voordat de gemeenteraad besluit over de nota en het programma, zijn de milieugevolgen onderzocht in een milieueffectrapport.

 

Hoofdpunten uit het advies

Toetsingsadvies
Het rapport geeft goede en relevante milieu-informatie voor de verschillende mogelijkheden. De gemeente heeft vijf alternatieven voor aardgasvrij bekeken voor de verschillende buurttypen in Utrecht. Op enkele onderdelen is nog wel meer informatie nodig voordat een besluit kan worden genomen over de plannen.  
De Commissie adviseert bijvoorbeeld om de milieugevolgen van aardwarmte (geothermie) beter in beeld te brengen, waaronder de opslag van hoog-temperatuurwater. Ook kunnen geluidhinder en trillingen nog concreter beschreven worden. Datzelfde geldt voor de mogelijke opwarming van drinkwaterleidingen.
In het rapport is naast de warmtevraag ook de koudevraag (koeling) goed meegenomen. Wel is het nodig om de beoordeling van de aardgasvrij-alternatieven op hittestress beter te onderbouwen.

Advies reikwijdte en detailniveau
De Commissie adviseert om een duidelijk overzicht te geven van alle mogelijke warmtebronnen en –technieken, zoals inzet van aardwarmte, warmtepompen of aquathermie. Beschrijf de eigenschappen hiervan, de milieugevolgen en de impact op het energienet. Voor een goed besluit is het daarna nodig om per buurt de verschillende opties te vergelijken op gevolgen voor mens en milieu.
De komende jaren neemt door klimaatverandering de vraag naar koeling toe. Zeker in sterk stedelijke plekken zoals Utrecht. Neem daarom in het onderzoek ook de koudevraag mee, stelt de Commissie. Sommige warmtechnieken zijn in te zetten voor koeling, maar andere niet. Dit kan ertoe leiden dat inwoners aanvullende voorzieningen treffen, zoals airco’s, met effecten op leefomgeving en netcapaciteit.