Pieter Jongejans
werkgroepsecretaris
De leefomgeving moet toekomstbestendig zijn. Klimaatverandering kan een belangrijke factor zijn bij afwegingen over de ruimtelijke inrichting van een landelijk of stedelijk gebied. Wat is het risico van zeespiegelstijging? Moeten we rekening houden met steeds warmere en drogere zomers? Is er genoeg ruimte voor overtollig water?
Besteed in een milieueffectrapport (MER) voor een ruimtelijk plan (omgevingsvisie, programma, omgevingsplan) aandacht aan de mogelijke gevolgen van klimaatverandering en hoe daarmee om te gaan.
Welke klimaatrisico’s je kiest en hoe ver je daarin gaat, hangt af van de locatie van het gebied waar je het MER voor opstelt. In de Zuidplaspolder spelen andere klimaatrisico’s dan in Twente.
Geef aan in het MER voor je ruimtelijk plan welke risico’s klimaatverandering voor een gebied kunnen opleveren. Welke effecten zullen er optreden door klimaatverandering als je niets doet?
Bijvoorbeeld: als de zeespiegel met vijftig centimeter stijgt, welke invloed heeft dat op mijn gebied? Als de zomers (nog) heter worden, welke invloed heeft dat op de leefbaarheid en gezondheid in mijn gebied? Welke gevolgen hebben drogere zomers op de drinkwatervoorziening? Wat betekent het voor de landbouw als door verdroging het gehalte zout water toeneemt?
Geef aan wat de mogelijke gevolgen zijn en hoe je die met maatregelen kunt voorkomen of verminderen. En geef aan welke alternatieve keuzes er zijn.
Laat in je plan ook zien welke kansen er zijn om maatregelen te combineren met andere doelstellingen. Meer bomen tegen opwarming langs toegangswegen bijvoorbeeld. Of gebieden die aangewezen worden voor waterberging, die ook gebruikt kunnen worden voor natuur en recreatie. Meer groen in de wijken helpt bij verminderen van hittestress en nodigt uit tot meer bewegen en is dus goed voor de gezondheid.
Er zijn eindeloos veel kansen om klimaatadaptatie en klimaatmitigatie in te zetten voor andere doelen uit een omgevingsvisie, plan of project.
Geef ook aan wat je nog niet weet. Welke onzekerheden zijn er rond de gevolgen van klimaatverandering? Kun je maatregelen bedenken die je hiervoor achter de hand kan houden?
Overheden moeten elke zes jaar een klimaatstresstest doen. Met de stresstest onderzoekt een gemeente of provincie welke knelpunten waar en wanneer kunnen ontstaan. De monitorkaart geeft een overzicht van uitgevoerde stresstesten in Nederland.
Een belangrijk hulpmiddel bij het in beeld brengen van kansen en knelpunten als gevolg van klimaatverandering is de Klimaateffectatlas met de bijbehorende kaartverhalen. De kaartverhalen geven een indruk van de dreigingen van wateroverlast, hitte, droogte en overstroming per gebied.
De uitkomst van de stresstest laat de kwetsbaarheid van een gebied zien voor de effecten en risico’s van klimaatverandering. Er zijn vrijwel altijd maatregelen mogelijk. De effecten, risico’s en mogelijke maatregelen bespreek je met verschillende partijen in de risicodialoog.
Er bestaan tools, websites en apps met ideeën voor adaptatiemaatregelen, bijvoorbeeld de Toolbox Klimaatbestendige Stad. Deze tool geeft ook een schatting van de kosten van maatregelen. Andere voorbeelden zijn Groenblauwe netwerken en de Climate App.
Kosten en baten in beeld brengen kan met de Klimaatschadeschatter. Deze tool toont voor verschillende schade van klimaateffecten wat de kosten kunnen zijn als er niet wordt ingegrepen. Een ander hulpmiddel is de TEEBstad-tool. Deze geeft inzicht in de waarde van groen en water in de stad.
Nederland heeft zich gecommitteerd aan de internationale afspraken om in 2050 de emissies van broeikasgassen met 95% te reduceren ten opzichte van die geëmitteerd in 1990 (Rio de Janeiro, Kyoto, Parijs en in EU-verband). Het tussendoel in Nederland is om de CO2-emissie met 49% te reduceren in 2030.
In milieueffectrapportage kunnen klimaatmitigatie maatregelen terugkomen in: