Patrick Patiwael
werkgroepsecretaris
In Nederland is de bescherming van cultureel erfgoed geregeld onder de Erfgoedwet en de Omgevingswet. Deze wet- en regelgeving stelt dat je bij ruimtelijke ontwikkelingen rekening houdt met het belang van het behoud van landschappelijke, archeologische en historische waarden. Meestal zijn die waarden vastgelegd in wetgeving en beleidsstukken.
Elk gebied heeft eigen erfgoedwaarden. Voor een integrale bescherming van cultureel erfgoed is het belangrijk dat wordt vastgesteld welk cultureel erfgoed aanwezig is in het plangebied.
Dit kan op verschillende manieren: bureauonderzoek (zoals de Erfgoedatlas, gemeentelijke verwachtingskaarten en gebiedsbiografieën), veldonderzoek (zoals de AMZ-cyclus voor archeologie) en een participatieproces volgens het Verdrag van Faro.
Lees meer in de Handreiking Cultureel erfgoed in mer-procedures van de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed.
Je kunt cultureel erfgoed in het stelsel van de Omgevingswet zien als een soort ‘schijf van vijf’, die bestaat op nationaal, provinciaal en gemeentelijk niveau uit:
Speciale aandacht is nodig wanneer Werelderfgoed in of nabij een plangebied aanwezig is. Nederland kent momenteel dertien Werelderfgoederen, waaronder enkele grote gebieden zoals de Hollandse Waterlinies, de Waddenzee en de Neder-Germaanse Limes. Aantasting van de waarden die het erfgoed tot Werelderfgoed maken, de zogeheten ‘uitzonderlijke universele waarden’ (OUV), is niet toegestaan. Ook is compensatie van OUV niet mogelijk gezien het unieke karakter van deze waarden. De OUV zijn onder andere vastgelegd in het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bijlage XVII) en vertaald in kernkwaliteiten.
Voorbeelden van deze kernkwaliteiten zijn openheid van het landschap (Hollandse Waterlinies, de Beemster, Waddenzee, Schokland), relatieve stilte (Hollandse Waterlinies), rust (Waddenzee, Hollandse Waterlinies) en laan- en verkavelingsstructuren met een afwisseling van openheid en beslotenheid (Koloniën van Weldadigheid).
De zogeheten ‘Heritage Impact Assessment’ (HIA)-methodiek is een manier om het effect van een voorgenomen activiteit op de OUV van Werelderfgoed te beoordelen. Hoe de effecten op Werelderfgoed met een HIA kunnen worden beoordeeld is te vinden in de Leidraad en toolkit voor effectbeoordelingen in een werelderfgoed context van UNESCO en haar adviesorganen.
HIA’s worden vaak als bijlage aan een MER toegevoegd. Van belang is dan een goede vertaling van de conclusies van een HIA in een MER.
Naast bovenstaande begrippen van cultureel erfgoed worden aardkundige waarden ook vaak tot cultureel erfgoed gerekend. Aardkundige waarden zijn onderdelen van het landschap die iets vertellen over de natuurlijke ontstaansgeschiedenis van een gebied. Het gaat specifiek over waarden die een relatie hebben met de geologische opbouw, de geohydrologie en de geomorfologie, oftewel natuurlijke waarden in de bodem. Op de website van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed is een overzicht te vinden van de aardkundige waarden in Nederland.
Voorbeelden van beschermd aardkundig erfgoed zijn de UNESCO Geoparken De Hondsrug en Schelde Delta.