Het programma (ook wel ‘omgevingsprogramma’ genoemd) is een uitwerking van de omgevingsvisie. In de visie staan het beleid voor de lange termijn en ambities voor bijvoorbeeld natuur, duurzaamheid, milieu en economie. Het programma maakt de visie concreter en vertaalt die naar de korte en middellange termijn.

Een programma kan bijvoorbeeld over mogelijke locaties voor duurzame energie in een regio gaan. Of over verbetering van gezondheid of biodiversiteit (zie daarvoor ook onze uitgelichte thema’s energietransitie, gezondheid en natuur).

Het programma vormt de opmaat naar een omgevingsplan van de gemeente en omgevingsvergunningen. Beleid wordt in die besluiten omgezet naar concrete beslissingen die bewoners en bedrijven raken.

Een plan-milieueffectrapport is bij een programma vaak verplicht

Bij een programma is het opstellen van een plan-milieueffectrapport (MER) verplicht als het kaders stelt voor besluiten waarvoor een MER nodig is. Bijvoorbeeld als het programma locaties voor woningbouw, windturbines, industrieterreinen etc. vaststelt. Zie daarvoor bijlage V van het omgevingsbesluit. Daarnaast kunnen er negatieve effecten op Natura 2000-gebieden zijn die in een Passende beoordeling beschreven moeten worden. Ook dan is een plan-MER verplicht.

Meerwaarde van milieueffectrapportage

Ervaringen met milieueffectrapportage (mer) bij programma’s geven aan dat een milieueffectrapport vooral meerwaarde heeft als je het vanaf de start van de planvorming gebruikt om het programma concreet vorm te geven. Het mer-proces helpt de ambities naar een specifiek gebied of thema te vertalen en geeft aan beleidsmaker en omgeving concrete feedback over potentiële positieve en negatieve milieueffecten en kansen voor synergie.

Een MER onderzoekt zo op welke locaties of door welke manieren de ambities bereikt kunnen worden en wat daarvan de milieugevolgen zijn. Als je het MER samen laat oplopen met het vormgeven van het programma is het een beslisnota voor het bestuur én een communicatiemiddel naar de omgeving.

Wat staat in een MER bij een programma?

Een MER bij een programma moet kijken naar vragen als:

  • Hoe kan het bestaande beleid van een overheid uit bijvoorbeeld de omgevingsvisie worden vertaald naar concrete doelen voor een thema of gebied?
  • Welke ‘alternatieven’ (maatregelen, strategieën of ontwikkellocaties) zijn effectief om de doelen te bereiken, en welke combinaties zijn zinvol? Wat is absoluut nodig, wat is optioneel en wat is realistisch?
  • Welke milieuproblemen zijn er in een gebied, en welke ruimte is er over voor nieuwe ontwikkelingen?
  • Wat betekent het programma concreet voor bijvoorbeeld omwonenden en de natuur?
  • Welke negatieve en positieve gevolgen heeft het? En hoe kunnen negatieve gevolgen zo klein mogelijk blijven?
  • Hoe uitvoerbaar is het programma? Met welke wet- en regelgeving gaat het wringen?
Milieueffecten in de toekomst

De overheid wil met het programma concrete doelstellingen bereiken. Van tevoren is niet altijd precies duidelijk wat het effect zal zijn. Monitor daarom de effecten; het MER biedt hiervoor de basis met de ‘foto van de leefomgeving’ en de effectbeoordeling.

Een selectie van onze adviezen voor Programma's